Gaza
In de eerste drie kwartalen van 2023 bleven onze teams gespecialiseerde medische hulp bieden in de Gazastrook, een 40 kilometer lang gebied dat al meer dan 15 jaar door Israël en Egypte wordt afgesloten. Onze teams hielpen het overbelaste lokale gezondheidszorgsysteem via drie ziekenhuizen en verschillende poliklinieken in verschillende delen van de Strook, en via het belangrijkste laboratorium, dat microbiologische analyses deed voor zowel AZG- als niet-AZG-faciliteiten. Tot dan toe, gaven onnze teams gaven onder andere uitgebreide zorg gegeven aan brandwonden- en traumapatiënten, met operaties, fysiotherapie, psychologische ondersteuning, ergotherapie en gezondheidsvoorlichting.
Alles veranderde op 7 oktober 2023, toen Israël zijn zwaarste en dodelijkste aanval ooit op Palestina lanceerde, als reactie op de dodelijke aanslagen van Hamas op Israëlisch grondgebied op diezelfde dag. Dagen van intense, willekeurige bombardementen op de Gazastrook werden weken. Het ging vooral om het noorden van de strook, en de teams van AZG hadden moeite om de medische activiteiten gaande te houden en tegelijkertijd hun eigen veiligheid te garanderen.
Door de situatie moesten onze internationale medewerkers al snel naar het zuiden van de Strook geëvacueerd worden, waar ze wekenlang vastzaten, voordat ze via de grens bij Rafah konden vertrekken. Het merendeel van ons Palestijnse personeel bleef onder levensgevaar werken en deed zijn uiterste best om in deze extreme omstandigheden zorg te verlenen. Het reeds overbelaste gezondheidszorgsysteem stortte in onder de Israëlische aanval en de ziekenhuizen in Gaza-stad werden overspoeld met patiënten en mensen die een veilig heenkomen zochten. Uit directe waarnemingen van AZG-teams bleek dat vrouwen, kinderen en ouderen een zeer groot deel van de doden en gewonden uitmaakten.
De situatie werd nog ondraaglijker door de volledige afsluiting van de Gazastrook door de Israëlische autoriteiten, die wekenlang geen voedsel, medische spullen, medicijnen en humanitaire hulp in Gaza lieten. Toen ze dat eindelijk deden, waren de hoeveelheden zo klein dat ze lang niet genoeg waren voor de mensen. Chirurgen moesten opereren zonder verdoving en spoedeisende hulp werd steeds moeilijker, terwijl de behandeling van aandoeningen die niet direct levensbedreigend waren, werd stopgezet.
Het tweede mandaat van Artsen Zonder Grenzen is om te getuigen van wat we zien. Al vroeg in het conflict hebben we herhaaldelijk publiekelijk opgeroepen tot een blijvend staakt-het-vuren als enige zinvolle manier om het leven van burgers in Gaza te sparen. De situatie verslechterde echter snel, toen duidelijk werd dat ook gezondheidscentra zelf werden aangevallen en het aantal slachtoffers onder medisch personeel in heel Gaza begon te stijgen.
We rouwen om het verlies van 12 AZG-medewerkers en vele andere collega's en hun familieleden die in Gaza zijn gedood door Israëlische troepen, en we betreuren de volledige of gedeeltelijke verwoesting van veel ziekenhuizen in Gaza. Aan het einde van het jaar hebben onze teams zich hergroepeerd om onze activiteiten in het zuiden van Gaza, rond Khan Younis en Rafah, te ontwikkelen en aan te passen, hoewel ook deze gebieden onder intenser vuur kwamen te liggen.
Naarmate de oorlog en de Israëlische belegering voortduurden, steeg het aantal doden elke dag en verzamelden meer dan een miljoen mensen die uit het noorden waren verdreven zich in een klein stukje land in het zuiden, waar ze nog steeds in uiterst precaire omstandigheden leven. Het gebrek aan voedsel en water zorgde voor extra druk en aan het einde van het jaar dreigde ondervoeding nog meer voor mensen die al alles hadden verloren.
Eind december was AZG actief in zes ziekenhuizen (Al-Awda, Al-Aqsa, European, Nasser, Rafah Indonesian en Emirati Maternity) en één algemene gezondheidszorginstelling, de Al-Shaboura-kliniek, voornamelijk in het midden en zuiden van Gaza. Er waren nog maar een paar AZG-collega's aan het werk in het Al-Awda-ziekenhuis in het noorden van Gaza, waar ze chirurgische en wondverzorging, fysiotherapie, poliklinische consulten en geestelijke gezondheidszorg boden.
De Westelijke Jordaanoever
De gevolgen van de aanslagen van 7 oktober waren in heel Palestina voelbaar, ook op de Westelijke Jordaanoever, waar het geweld in verband met de bezetting al jarenlang gestaag toeneemt. Het vluchtelingenkamp in Jenin werd meerdere keren aangevallen door Israëlische troepen, waarbij veel doden en gewonden vielen. Onze teams daar bleven levensreddende noodhulp verlenen in het Khalil Suleiman-ziekenhuis en waren direct getuige van het extreme geweld van de Israëlische troepen.
We hebben onze activiteiten op het vlak van geestelijke gezondheidszorg voortgezet in Hebron, Nablus, Qalqilya en Tubas, waar we psychologische ondersteuning, psychotherapie en psychiatrische zorg bieden aan mensen die door geweld zijn getroffen. We ondersteunen ook het noodplan van de gemeenschap, waardoor deze zelf in staat is om in haar eigen gezondheidsbehoeften te voorzien. Onze individuele, groeps- en gezinspsychotherapiesessies werden echter soms verstoord door het geweld in het gebied, waardoor het voor zowel patiënten als AZG-medewerkers vaak gevaarlijk was om zich te verplaatsen.
Tot september 2023 werkte ons medische team regelmatig op vier of vijf locaties in een gebied van Hebron dat bekendstaat als ‘H2’, in het hart van de oude stad, en in Masafer Yatta, in het zuidoosten van de Westelijke Jordaanoever, waar bewoners te maken hebben met gedwongen verplaatsing en huisvernielingen.
Door de toename van het geweld op de Westelijke Jordaanoever na 7 oktober hebben mensen in de provincie Hebron geen toegang meer tot gezondheidszorg, terwijl strenge bewegingsbeperkingen ervoor zorgen dat medisch personeel niet op hun werk kan komen. Als reactie op deze toenemende uitdagingen hebben we onze activiteiten opgeschroefd en sinds november mobiele klinieken opgezet op acht locaties in Hebron en Masafer Yatta.