Hotel Galia: onze twee weken noodopvang voor daklozen in Brussel
De twee laatste weken van februari runde ons team in Brussel een tijdelijk nachtopvangcentrum voor daklozen. Hoewel het kwik toen tot onder het vriespunt daalde en Brussel zelfs onder een sneeuwtapijt lag, moesten er nog steeds mensen buiten slapen, en dat midden in de COVID-19-pandemie. In de loop van die twee weken konden in totaal 517 personen de nacht doorbrengen in ons centrum in de Marollen. Lily Caldwell leidde de activiteiten in het centrum in goede banen en sprak met de mensen die we opvang boden. Ze blikt nu terug op haar gesprekken en het pijnlijke moment waarop het project de deuren moest sluiten, hoewel de behoeften aanwezig blijven.
“Ik reis inmiddels al 12 jaar de wereld rond met Artsen Zonder Grenzen. Ik weet dus maar al te goed dat opvang bieden niet onze hoofdtaak is, maar wel medische noodhulp in de eerste plaats. De koudegolf van eind februari in België bracht ons er echter toe om de sector te hulp te snellen en extra opvangplaatsen te bieden, om het gebrek aan bedden in deze kritieke periode enigszins te verhelpen. Veel van de mensen die we opvingen in hotel Galia vertoonden tekenen van acute psychologische nood en een algemene verslechtering van hun gezondheid door de langdurige blootstelling aan de kou.
noodProject voor korte termijn
De laatste nacht praatte ik met een paar van onze gasten over hun verdere plannen. Sommigen maakten zich wat zorgen, maar anderen hadden hun plan B al klaar. Benoît* vertelde me dat hij de volgende ochtend naar Luik zou trekken, om een vriend te bezoeken. Daarna zou hij teruggaan naar Frankrijk. Ik was best verbaasd: “Als je vrienden hebt in Luik, waarom leef je hier dan op straat?”, vroeg ik hem. "Je mag niet profiteren van je vrienden", legde Benoît me uit. “Je kan gerust enkele dagen blijven, maar je mag geen last worden.”
Islam* en ik dronken samen een koffie. Hij vroeg me of we nog wat langer opvang konden bieden, zodat hij de volgende dag terug zou kunnen komen. Ik legde hem uit dat dat helaas niet mogelijk was. Hotel Galia was namelijk een kortetermijnproject. Hij vertelde me vervolgens over een rijke familie in zijn geboortestad. Elke avond deelden de leden van dat gezin de overschotten uit de keuken met kinderen in de wijk die minder te eten hadden. De ene dag kregen zij al wat meer dan de andere. Toen iemand het gezin vroeg hoe dit kwam, antwoordde de vader: “Iedereen geeft wat hij kan”. Ik begreep wat Islam me wilde zeggen: zelfs al konden we hem maar twee weken opvang bieden, toch was hij ons daar erg dankbaar voor. Dat was namelijk wat we konden bieden.
Max* nam dan weer steevast plaats op het terras met zijn maaltijd zodra hij zich had aangemeld. Zijn guilty pleasure? Een pintje na een lange werkdag in een keuken ergens in Brussel. Max was een van de weinigen met een vaste job. Ik vroeg hem waarom hij in België was. Hij vertelde me dat hij soldaat was geweest in zijn jonge jaren. Toen hij door een kogel geraakt werd, is zijn been nooit helemaal genezen. De regering in zijn thuisland betaalde hem een maandelijks pensioen uit, maar toen hij naar Europa trok op zoek naar een betere toekomst, stopten de maandelijkse stortingen. Zijn verhaal raakte me diep. Hij kreeg een pensioen? Waarom was hij hier dan dakloos? Voor Max was geld geen prioriteit. Hij droomde ervan een succesvol leven op te bouwen in België. Hij kon alleen geen woning vinden, omdat hij illegaal in het land verbleef. Daar wilde hij ooit een oplossing voor vinden. “Maar als ik me zou laten registreren, dan zouden ze me het land uit zetten.”
We denken volgens mij vaak dat daklozen zich niet kunnen redden of de verkeerde keuzes maken. Max had een degelijk plan uitgestippeld en zag zijn toekomst duidelijk voor zich. Onderdak vinden was zijn enige obstakel.
Nood aan een oplossing op lange termijn
Wat mij ook opviel, was dat 102 van de 517 mensen die zich in de loop van die twee weken aanboden, tussen 16 en 19 jaar oud waren. 20 % van de personen die we onderdak boden, was dus minderjarig. Dat vind ik verontrustend. Er bestaan wel degelijk opvangstructuren voor minderjarigen, opgezet door SOS Jeunes of andere platforms, maar die diensten lijken niet aan de huidige behoeften te voldoen.
Volgens mij moet er een langetermijnoplossing komen voor huisvestingsproblemen. Het is van cruciaal belang dat noodmechanismen, steunend op precieze en goed voorbereide scenario's, ingeroepen kunnen worden om snel en op korte termijn in te spelen op dergelijke crisissituaties. Die mechanismen moeten zowel de snelle mobilisering van bijkomende middelen omvatten, als de identificatie van alternatieve oplossingen voor noodwoningen, naast een voldoende flexibele coördinatiestructuur die snel oplossingen kan aanreiken bij een ernstige crisis.
° Alle namen werden gewijzigd.
° Deze operatie zou onmogelijk zijn geweest zonder de hulp van de vrijwilligers van Artsen Zonder Grenzen, het Rode Kruis en het Burgerplatform voor Steun aan Vluchtelingen.