Een jaar van hard werken tegen COVID-19 over de hele wereld
Dag op dag een jaar geleden, op 11 maart 2020, riep de Wereldgezondheidsorganisatie de uitbraak van COVID-19 uit tot een pandemie. Bij Artsen Zonder Grenzen – waar het verlenen van medische zorg tijdens epidemieën een kerntaak is – werden we geconfronteerd met een dubbele uitdaging. We moesten een manier vinden om op uitbraken van deze nieuwe ziekte te reageren, en er tegelijkertijd over waken dat onze reguliere medische programma's bleven lopen en dat we konden blijven reageren op nieuwe noodsituaties, zoals het conflict in Ethiopië en de ebola-uitbraken in de Democratische Republiek Congo en Guinee.
In januari 2020 ging het eerste COVID-19-project van Artsen Zonder Grenzen van start in Hongkong, met bijzondere aandacht voor gezondheidsvoorlichting aan kwetsbare groepen, zoals oudere en sociaal-economisch kwetsbare mensen. Tegen maart verspreidde de epidemie zich als een lopend vuur in heel Europa, en Artsen Zonder Grenzen startte projecten op in een aantal van de zwaarst getroffen landen, onder meer in België, Spanje en Italië. We boden steun aan ziekenhuizen, en stuurden er medische teams heen met ervaring in uitbraken van infectieziekten. We spanden ons ook in om onze collega's op te leiden over manieren om zichzelf te beschermen, want gezondheidspersoneel loopt een verhoogd risico bij uitbraken.
Geleidelijk aan richtten we ons steeds meer op ouderen in woonzorgcentra, die wegens hun leeftijd en leefomgeving bijzonder kwetsbaar waren voor COVID-19. Naarmate de epidemie zich verder over de wereld verspreidde, bleef Artsen Zonder Grenzen COVID-19 op de hielen zitten. Zoals we steeds doen bij epidemieën, startten we nieuwe projecten op en pasten we bestaande projecten aan, maar ditmaal op wereldschaal.
gesloten grenzen, een bijkomende uitdaging
De omvang van de uitbraak vormde echter niet het enige verschil. Bij de eerste tekenen van andere epidemieën, zoals cholera of gele koorts, vergroten we de omvang van onze teams in het gebied, sturen we onze deskundigen ter plaatse, en leveren we tonnen bijkomend materiaal. Naarmate het coronavirus zijn greep versterkte in steeds meer landen, sloten veel overheden echter de grenzen. Medisch personeel en materiaal op de plaats krijgen waar zij nodig waren, werd een enorme uitdaging.
onze prioriateit: eerst de meest kwetsbare mensen
Toch zijn de verschillen slechts oppervlakkig. In wezen is onze reactie op COVID-19 niet anders geweest dan bij onze andere medische projecten. We spitsen ons toe op de plekken waar het grootste aantal mensen ziek wordt en overlijdt, en we gaan op zoek naar de meest kwetsbaren.
Tijdens de pandemie heeft deze benadering ons ertoe gebracht medische projecten op te starten op plaatsen waar we zelden actief zijn, zoals de VS en verschillende Europese landen. We hebben bevolkingsgroepen geholpen aan wie we niet vaak hulp bieden, zoals bewoners van woonzorgcentra. Toch bleef onze medische gedachtegang dezelfde. Bovendien zijn veel groepen die we hebben bijgestaan niet nieuw voor Artsen Zonder Grenzen: vluchtelingen en personen in transit, bewoners van landelijke gebieden die moeilijk toegang hebben tot gezondheidszorg, vergeten gemeenschappen in steden enz.
In een poging hulp te bieden aan de meest hulpbehoevenden, heeft Artsen Zonder Grenzen de voorbije 14 maanden een brede waaier aan activiteiten uitgerold, afhankelijk van de vorm van ondersteuning die het nuttigst was voor de lokale gezondheidszorgsystemen. We hebben een groot aantal opleidingssessies voor eerstelijnszorgpersoneel georganiseerd, zowel in goed uitgeruste ziekenhuizen op welvarende plekken als in zeer eenvoudige voorzieningen. We hebben hen ondersteund met infectiepreventie- en beheersing, desinfectie, triage van patiënten, personeel en patiëntenstromen.
We hebben zorg verleend aan patiënten: matig of ernstig zieke en stervende mensen. We hebben afdelingen voor intensieve zorgen ondersteund op sommige plekken, en geleid op andere plaatsen. We hebben maskers verspreid en mensen geleerd welke eenvoudige preventieve maatregelen ze konden toepassen om zichzelf te beschermen, zoals afstand houden en de handen wassen. We hebben miljoenen mensen bereikt met deze berichten op sociale media. En we hebben talloze sessies voor geestelijke gezondheidszorg verstrekt, voornamelijk aan personeel in de frontlinie van de pandemie.
zorg dragen voor zij die zorg dragen voor ons
Aangezien we zelf in de frontlinie van epidemieën hebben gewerkt, weten we uit ervaring hoe veeleisend, uitputtend en stresserend dit werk kan zijn. Een groot deel van het zorgpersoneel dat het voorbije jaar zo onvermoeibaar heeft gewerkt, had voordien weinig of geen ervaring met uitbraken van infectieziekten. Niemand had ervaring met COVID-19. Geconfronteerd met een nieuwe en onbekende ziekte, zonder de instrumenten om patiënten te behandelen, angstig om besmet te raken op het werk en de ziekte over te dragen aan dierbaren thuis – heeft deze pandemie een enorme emotionele last met zich meegebracht voor eerstelijnspersoneel in de zorgsector. We moeten zorg dragen voor de mensen die voor ons zorgen.
Een jaar nadat de pandemie officieel werd afgekondigd, is ze nog niet verdwenen. Er zijn nu veilige en doeltreffende vaccins voorhanden, maar voor het overgrote deel van de mensen zijn die nog niet beschikbaar – en kan dit mogelijk nog een hele tijd duren. Vaak zijn de mensen die door de mazen van het systeem vallen wat preventieve maatregelen en toegang tot gezondheidszorg betreft, dezelfde mensen die weer door de mazen vallen voor vaccinatie. Het ziet ernaar uit dat de rol van AZG, dat ernaar streeft de meest kwetsbaren te helpen, in deze pandemie nog niet is uitgespeeld.