Geneesmiddelen zijn geen luxe: mensenlevens gaan voor op woekerwinst van de farma-industrie
De wereld kent een crisis wat de toegang tot geneesmiddelen betreft, en Europa is geen uitzondering. Overprijsde levensreddende geneesmiddelen worden door de grotere financiële druk op gezondheidszorgstelsels nu ook gerantsoeneerd in landen met een hoog inkomen zoals België. Of het nu gaat om nieuwe geneesmiddelen voor de behandeling van hepatitis C, kanker of taaislijmziekte, mensen in heel Europa hebben door de steeds hogere prijzen moeite om aan de geneesmiddelen te geraken die ze nodig hebben. Een recent voorbeeld in België betreft het geneesmiddel Vimzim waarvoor Biomarin plots een exuberante prijs van 400.000 euro vraagt met als gevolg dat patiënten hun behandeling dreigt te worden stop gezet. Experts voorspellen dat men een structureel tekort opbouwt rond het budget voor geneesmiddelen dat dit jaar al kan oplopen tot 500 miljoen euro. Dit heeft nefaste gevolgen voor de houdbaarheid van ons gezondheidssysteem.
Artsen Zonder Grenzen vraagt België bij de volgende Europese Commissie die na de verkiezingen van 26 mei wordt aangesteld, aan te dringen op een duurzaam farmaceutisch onderzoeks- en ontwikkelingsbeleid (R&D, research & development) in Europa dat de toegang tot geneesmiddelen garandeert voor alle patiënten: Europeanen en niet-Europeanen.
Waarom zijn geneesmiddelen zo duur?
De astronomische prijs van vele onmisbare geneesmiddelen komt voornamelijk voort uit monopolies van farmaceutische ondernemingen, veelal in de vorm van patenten, en een gebrek aan concurrentie die de prijzen kan doen dalen. Door de hoge geneesmiddelenprijzen hadden miljoenen mensen in ontwikkelingslanden lang geen toegang tot de nodige betaalbare en levensreddende behandelingen. AZG zag met eigen ogen hoe generieke concurrentie de prijs van virusremmers voor de behandeling van hiv/aids liet dalen van meer dan 9000 euro per patiënt per jaar in 2000 naar minder dan 90 euro vandaag. Deze spectaculaire prijsdalingen maakten het mogelijk om meer dan 22 miljoen mensen wereldwijd te behandelen voor hiv.
Sinds sofosbuvir, een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van hepatitis C, in 2014 een vergunning kreeg voor het in de handel brengen, blijven verschillende Europese overheden het rantsoeneren door zijn hoge prijs van 20.000 euro per behandeling. AZG verkrijgt van generieke fabrikanten hetzelfde geneesmiddel voor 75 euro per behandeling.
Farma bedrijven dragen niet alle R&D kosten
Vaak wordt aangevoerd dat de toekenning van patenten en andere vormen van exclusiviteitsrechten aan farmaceutische ondernemingen noodzakelijk zijn om R&D te promoten voor nieuwe medische instrumenten. Maar de publieke en filantropische sectoren dragen aanzienlijk bij aan R&D van geneesmiddelen door middel van subsidies, belastingvoordelen en bijdragen in natura door onderzoeksinstellingen, zorgverleners en patiënten die betrokken zijn bij klinisch en operationeel onderzoek. Geneesmiddelen die vaak worden ontwikkeld via multisectorale samenwerkingen blijven desalniettemin exclusief ‘in het bezit’ van de monopoliehoudende farmaceutische onderneming en blijven onbetaalbaar en ontoegankelijk voor velen.
De universiteit van Leuven heeft in de jaren ‘90 bijvoorbeeld meegewerkt aan de ontwikkeling van tenofovir, een geneesmiddel dat ook door AZG gebruikt wordt voor de behandeling van HIV. De universiteit kreeg hiervoor fondsen van de Europese Unie, de rechten op het geneesmiddel werden daarop verkocht aan het Amerikaanse bedrijf Gilead dat het geneesmiddel combineerde met emtricitabine, ontwikkeld door Emory University. Terwijl het bedrijf miljarden dollars verdiende met deze aids-remmers, toonde onderzoek gefinancierd door de Amerikaanse overheid aan dat de tenofovir/emtricitabine combinatie als profylaxis mensen beschermd tegen HIV besmetting. Deze publiek gefinancierde wetenschappelijke doorbraken maken het vandaag dus theoretisch mogelijk dat bijna niemand nog met HIV zou worden besmet. In Europa werd het gebruik van het preventieve geneesmiddel echter gehinderd omwille van een artificieel hoge prijs, mogelijk gemaakt nadat Gilead zijn monopolie onrechtmatig verlengde.
Toegang tot geneesmiddelen verzekeren door nieuw R&D-model
Artsen Zonder Grenzen toonde aan dat R&D ook op een andere manier gedaan kan worden door samen met vijf andere publieke gezondheidsonderzoeksinstellingen, de organisatie zonder winstoogmerk Drugs for Neglected Diseases initiative (DNDi) op te richten. Volgens het samenwerkingsmodel van DNDi worden alle kosten voor R&D betaald door publieke en filantropische schenkers (inclusief occasionele bijdragen in natura van de farmaceutische industrie) en wat een principiële manier van werken mogelijk maakt. Hierdoor kan de organisatie haar prioriteiten identificeren op basis van de behoeften inzake volksgezondheid en kan ze producten aanbieden aan blijvend lage prijzen. Ze lanceerde recent een volledig orale behandeling voor slaapziekte, een dodelijke, verwaarloosde en endemische ziekte in Afrika, die lange tijd werd genegeerd door farmaceutische ondernemingen.
De torenhoge prijs van geneesmiddelen lokte publiek protest uit in Europa, waardoor positieve politieke ontwikkelingen tot stand kwamen. In 2016 uitte de Europese Raad zijn bezorgdheid over de buitensporig hoge geneesmiddelenprijzen. De Raad verzocht de Europese Commissie vervolgens om een empirisch onderbouwde analyse uit te voeren van de functie en impact van de stimulansen van intellectuele eigendom op toegang tot geneesmiddelen in Europa. De Commissie moet nu optreden en concrete acties ondernemen om de praktijk van buitensporige prijszetting aan te pakken.
De Europese burgers zullen in mei een nieuw parlement kiezen en er zal een nieuwe Europese Commissie worden benoemd. Het is nu het juiste moment voor regeringen in Europa om politieke bereidheid te tonen en de volgende Europese Commissie op te leggen om meer aangepaste wijzen van R&D te ontwikkelen, promoten en ondersteunen en innovatie te bevorderen, die ook de toegang tot betaalbare geneesmiddelen die mensen verzekert.
Geneesmiddelen worden niet ontwikkeld in een vacuüm. Ze zijn het resultaat van een enorme collectieve inspanning door publieke, filantropische en private entiteiten, waaronder onderzoekers, fondsenverleners, dokters en patiënten, waar geen beslag op zou mogen worden gelegd door farmaceutische ondernemingen voor winstmaximalisatie. Billijke samenwerking tussen alle stakeholders zou centraal moeten staan bij elk Europees beleid dat R&D promoot.
Het is tijd om voorrang te geven aan de gezondheid van de mensen boven de buitensporige winsten van de farmaceutische industrie.