Is dit echt alles wat België kan doen tegen ebola?
Arts Marc Van Ranst en 20 collega's vragen dat België B-Fast inzet om de ebola-epidemie te bestrijden. B-Fast antwoordt dat het niet de expertise heeft. De minister van Ontwikkelingssamenwerking wil wel geld beschikbaar maken. Maar is dat echt alles wat België kan doen?
De ebola-epidemie in West-Afrika is strikt genomen een medische kwestie. Maar de impact van het virus gaat veel verder dan het aantal doden. De gezondheidszorg is ingestort, de samenleving raakt ontwricht. Ziekenhuizen en scholen zijn gesloten, het economische leven dreigt stil te vallen, er wordt gevreesd voor voedseltekorten. Van een medisch probleem is de situatie geëvolueerd naar een complexe crisis.
Onmogelijke situatie
Artsen Zonder Grenzen werkt sinds maart in de getroffen landen. Onze teams leveren een enorme inspanning: we hebben zes ebolacentra met een gezamenlijke capaciteit van 527 bedden, waar al meer dan 2.500 patiënten zijn opgenomen. Daarmee nemen we het leeuwendeel van de concrete hulpverlening voor onze rekening. Dat is een onmogelijke situatie.
Al maanden roept het hoofdkwartier van Artsen Zonder Grenzen in Brussel dat haar teams alléén niet volstaan om de epidemie te overwinnen. De internationale gemeenschap moet dringend haar verantwoordelijkheid nemen. En omdat België over middelen en expertise beschikt, moet ook ons land daaraan bijdragen.
Moed en discipline
Om een ebolacentrum op te zetten en te beheren, zijn drie zaken nodig. Moed, omdat het een gevaarlijk virus blijft en omdat het emotioneel zwaar is zoveel mensen te zien sterven. Professionalisme, omdat een goede omkadering en organisatie onontbeerlijk zijn. Discipline, omdat de geringste fout fatale gevolgen kan hebben. Daarom riep Artsen Zonder Grenzen in een toespraak voor de VN de lidstaten op gespecialiseerde medische eenheden naar West-Afrika te sturen om er snel ebolacentra op te zetten.
Als blijkt dat B-Fast dat niet kan, mogen wij ons daar niet op blindstaren. De overheid moet creatiever nadenken over hoe medische eenheden, civiel of militair, ingezet kunnen worden. Bovendien is er meer werk aan de winkel dan enkel ebolacentra runnen: er is nood aan bewustmakingscampagnes, aan ondersteuning van de gewone gezondheidszorg, aan verdelingen van ontsmettingsmateriaal, aan de verwijdering van de talloze lijken, aan epidemiologische monitoring... Ongetwijfeld kan België op minstens één van die vlakken een belangrijke rol spelen.
Europees initiatief
Wanneer België maandag met de andere Europese lidstaten bekijkt welke bijdrage geleverd kan worden, verwacht Artsen Zonder Grenzen dat de Belgische overheid meer doet dan geld beloven. Zij moet bekijken welke experts er zijn, hoe die de nodige opleiding kunnen krijgen, en hoe ze beschikbaar gemaakt kunnen worden. Alleen door de hulpverlening massaal op te schalen, kunnen we ebola een halt toeroepen. Als België zelf niet over genoeg mankracht beschikt, moet het zich nuttig maken binnen een Europees initiatief. De overheid moet nu beslissen op welke vlakken zij hulp wil bieden, maar die hulp moet in elk geval snel en concreet zijn.
Artsen Zonder Grenzen is vastbesloten haar hulpverlening verder uit te breiden, maar onze teams en de lokale overheden kunnen de situatie niet alleen de baas. Als er niet snel grootschalige, internationale hulpverlening op gang komt, zal het ebolavirus blijven woeden.
Christopher Stokes
Algemeen directeur van Artsen Zonder Grenzen in België
Dit opiniestuk verscheen op 11 september 2014 in De Morgen.