Syrië: hoog tijd dat woorden worden omgezet in humanitaire daden
Het extreem gewelddadige conflict duurt nu al meer dan twee jaar, maar de humanitaire hulp in Syrië en de buurlanden is nog steeds onvoldoende. Tijdens een vergadering van de Verenigde Naties op 7 juni in Genève zal Artsen Zonder Grenzen hen en alle betrokken staten aanmanen om de hulp aan de Syrische bevolking zonder dralen uit te breiden, en hun verantwoordelijkheid op te nemen ten opzichte van de miljoenen slachtoffers van het conflict.
De Syriërs moeten nog steeds vluchten voor een burgeroorlog, die nog elke dag erger wordt en al aan 100.000 mensen het leven heeft gekost. Door de onophoudelijke bombardementen en de opzettelijke verwoesting van de gezondheidszorg hebben gewonden en zieken geen toegang meer tot verzorging.
De veiligheidstoestand en de beperkingen die door de Syrische regering worden opgelegd, verhinderen de hulpverlening aan beide zijden van het front. In januari van dit jaar erkenden de Verenigde Naties al dat de internationale hulpverlening ontoereikend was. Bovendien draagt de mislukking van een onafhankelijke humanitaire hulpverlening over de Syrische grenzen heen bij tot het vergroten van de crisis.
Buiten Syrië kampen meer dan anderhalf miljoen vluchtelingen met heel wat problemen. In de buurlanden, waar te weinig hulporganisaties actief zijn, worden veel vluchtelingen geconfronteerd met ellende, ontbering en hebben ze quasi geen toegang tot de basisdienstverlening.
In Jordanië, in het vluchtelingenkamp van Zaatari, waar om en bij de 100.000 Syriërs verblijven, blijft het gezondheidszorgsysteem kwetsbaar. Bovendien vormt de ontoereikende financiële hulp een bedreiging voor de capaciteit van Jordanië om gezondheidszorg te bieden aan de 350.000 vluchtelingen die buiten het kamp leven.
In Domiz, in het noorden van Irak, leven 35.000 vluchtelingen opeengepakt in een overbevolkt kamp. Veel mensen krijgen minder dan 20 liter water per persoon per dag, nochtans het internationaal vereiste minimum in geval van nood.
In Libanon, waar meer dan een half miljoen Syriërs hun toevlucht gevonden hebben, leven de meesten in gemeenschappelijke voorlopige verblijven, in onafgewerkte huizen, of in primitieve hutjes op landbouwgrond. Veel mensen betalen om in die onmenselijke omstandigheden te ‘mogen’ leven. Ten slotte zijn tienduizenden vluchtelingen nog altijd niet geregistreerd door de Verenigde Naties, waardoor ze niet in aanmerking komen voor humanitaire hulp in het algemeen en voor gezondheidszorg in het bijzonder.
In de buurlanden van Syrië hebben de teams van Artsen Zonder Grenzen sinds het begin van het conflict bijna 150.000 medische consultaties gedaan. We stellen vast dat de gezondheidstoestand van de zwakste vluchtelingen ronduit alarmerend is. De kinderen krijgen geen vaccins, de basisgezondheidszorg – als die er al is – is erg beperkt, zwangere vrouwen hebben niet genoeg toegang tot verzorging en kunnen niet in goede omstandigheden bevallen. Mensen met chronische ziekten krijgen vaak geen behandeling of medische opvolging.
De buurlanden van Syrië leveren aanzienlijke inspanningen om deze crisis het hoofd te bieden, maar hun middelen worden zwaar op de proef gesteld, en de spanning stijgt. Ze hebben immers dringend nood aan steun om aan de groeiende behoeften van de vluchtelingen te voldoen, in het bijzonder op het vlak van secundaire gezondheidszorg, onderdak, en water en hygiëne. Bovendien mogen ze hun grenzen niet sluiten zodat het vluchtrecht van de Syriërs verzekerd blijft.
De donorlanden moeten dringend de nodige fondsen vrijmaken om de gezondheid van de vluchtelingen te beschermen en in hun meest essentiële noden te voorzien. Alle betrokken landen en partijen moeten humanitaire hulp bieden, zowel in als buiten Syrië.
Kortom, het is hoog tijd dat woorden worden omgezet in daden!