Sociale media

  • NL
Open the menu

JEMEN: DE BEVOLKING IN HET ZUIDWESTEN VAN HET LAND LEEFT LETTERLIJK IN EEN MIJNENVELD

Om de opmars van de grondtroepen van de Saoedische coalitie te verhinderen, werden op de wegen en in de velden aan de frontlinie tussen Taïz en Hodeida duizenden mijnen en zelfgemaakte springtuigen geplaatst door de troepen van Ansar Allah. De voornaamste slachtoffers van dat onzichtbare gevaar zijn de burgers, met geamputeerde ledematen, verminking of zelfs de dood tot gevolg.

Jemenitische bevolking twee keer de dupe

In het gebied tussen Mokka en de frontlinie werd voor de oorlog aan landbouw gedaan. De steden en dorpen in de buurt van de gevechtszones, zoals Hays en Mafraq Al Mokka, waar Artsen Zonder Grenzen vooruitgeschoven medische posten ondersteunt, liepen grotendeels leeg omdat de mensen voor de gevechten op de vlucht sloegen. De achtergelaten velden bleven onbewerkt liggen en werden vervolgens uitgerust met mijnen om de opmars van de militaire troepen te verhinderen, waardoor ze nu onbruikbaar zijn voor de bevolking, die zich nu niet langer kan voorzien van voedsel.

Een bord langs de weg in Mawza waarschuwt voor de aanwezigheid van landmijnen en springtuig. © Agnes Varraine-Leca, december 2018.
Een bord langs de weg in Mawza waarschuwt voor de aanwezigheid van landmijnen en ander springtuig. © Agnes Varraine-Leca, december 2018.

Het district Mawza, op drie kwartier rijden van Mokka, zag zijn bevolking met de helft afnemen. “De inwoners hier zijn twee keer de dupe”, stelt Claire HaDuong, landverantwoordelijke voor Artsen Zonder Grenzen in Jemen. “Niet alleen lopen de kinderen op de mijnen, de mensen kunnen bovendien hun akkers niet meer bebouwen, waardoor ze zowel hun bron van inkomsten als hun bron van voedsel kwijt zijn.”

Tussen augustus en december 2018 hebben de teams van Artsen Zonder Grenzen meer dan 150 mensen verzorgd die verwondingen hadden opgelopen door de mijnen, zelfgemaakte explosieven en niet-ontplofte munitie. Een derde van hen waren kinderen die op een mijn liepen terwijl ze in de velden speelden. Zij gaan nu een onzekere toekomst tegemoet en zullen de rest van hun leven met de ernstige gevolgen moeten afrekenen.

Mijnen hebben ingrijpende langetermijneffecten. Ze veroorzaken generaties van verminkte mensen en brengen niet alleen het functioneren van families in het gedrang, maar ook de maatschappij, want slachtoffers van explosieven zijn minder onafhankelijk en raken ook vaker geïsoleerd. Ook de rechtstreekse economische impact op de gezinnen is groot omdat de velden niet meer bewerkt kunnen worden.

Te weinig ontmijning

Artsen Zonder Grenzen eist dat de autoriteiten en de gespecialiseerde organisaties meer werk maken van de ontmijning in de civiele zones om het aantal slachtoffers terug te dringen.

Een van de vele burgerslachtoffers. Deze man was op weg naar zijn vader, wanneer hij op een gewond geraakte door een springtuig. Hij werd meteen overgebracht naar het ziekenhuis in Aden.
Een van de vele burgerslachtoffers. Deze man was op weg naar zijn vader, wanneer hij op een gewond geraakte door een springtuig. Hij werd meteen overgebracht naar het ziekenhuis in Aden. © Agnes Varraine-Leca, december 2018.

Momenteel bedreigen duizenden explosieven het leven van de burgers in Jemen, een gevaar dat nog tientallen jaren zal blijven bestaan. Het Jemenitische leger zou tussen 2016 en 2018 zo’n 300.000 mijnen onschadelijk hebben gemaakt. In een recent rapport heeft het Conflict Armament Research melding gemaakt van de massale en gestandaardiseerde productie van mijnen en zelfgemaakte explosieven door de strijdkrachten van Ansar Allah, evenals het gebruik van antipersoonsmijnen, antivoertuigmijnen en zeemijnen.

Het onschadelijk maken van mijnen gebeurt bijna uitsluitend door militairen. De focus van ontmijning ligt op wegen en strategisch belangrijke infrastructuren. Burgers worden aan hun lot overgelaten. “De autoriteiten en organisaties die gespecialiseerd zijn in het onschadelijk maken van mijnen moeten hun inspanningen opvoeren om de regio te ontmijnen en het aantal slachtoffers terug te dringen”, aldus Claire HaDuong.

Medische woestijn

In het ziekenhuis van Mokka komen elke dag oorlogsgewonden aan, afkomstig van de frontlinie tussen Taïz et Hodeida. Artsen Zonder Grenzen had in Aden al in 2012 een ziekenhuis voor traumazorg geopend. Het zorgaanbod in het ziekenhuis in Aden is groter, maar met een afstand van 450 km tussen Hodeida en Aden, zijn de transportkosten naar Aden voor de meeste Jemenieten onbetaalbaar.

Een patiënt in het ziekenhuis van Aden.
Een patiënt in het ziekenhuis van Aden. Gecompliceerde verwondingen worden via de kliniek in Mokka naar Aden doorverwezen. © Agnes-Varraine-Leca, december 2018.

De rit van Hodeida naar Aden duurt zes tot acht uur en loopt door een gebied waar voor de burgerbevolking geen enkele medische zorgverlening is. Het tentenziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in Mokka is de enige zorginstelling met een operatiekamer die in staat is om aan burgers chirurgie te verstrekken.

Sinds de opening van het ziekenhuis in Mokka werden meer dan 2000 consultaties in de spoedeisende hulp verstrekt en een duizendtal chirurgische ingrepen uitgevoerd.

“De kuststreek tussen Hodeida en Aden is landelijk en erg arm. Mensen hebben er niet alleen geen enkele toegang tot zorg, ze kunnen ook nergens heen als ze een operatie nodig hebben, tenzij in ons ziekenhuis”, vertelt verpleger Husni Abdallah. De patiënten zijn oorlogsgewonden, maar ook zwangere vrouwen die zonder adequate zorg tijdens de bevalling zouden sterven. Sommige oorlogsgewonden slagen er niet in Mokka tijdig te bereiken en overlijden aan verwondingen die behandeld hadden kunnen worden als ze eerder in het ziekenhuis waren aangekomen.

“Oorlogsgewonden komen vaak pas in een laat stadium aan in Mokka, dikwijls in kritieke toestand en met infecties omdat ze aan de frontlinie niet met voldoende kennis van zaken gestabiliseerd zijn. Mijnen brengen bijzonder veel schade toe, we zien complexe breuken die moeilijk te opereren zijn en vaak amputaties vereisen, gevolgd door vele maanden revalidatie”, legt Husni Abdallah uit.